Juridisch ongeschikt! Niet vakkundig! Klachtwaardig!
Vanaf het eerste contact met Edwin Bellis kreeg ik de sterke indruk dat hij niet beschikt over de correcte kennis van het recht en is hij zeker niet wat ik van een juridisch professional had verwacht, bijzonder teleurstellend en klachtwaardig gedrag!
De manier waarop hij juridische regels interpreteerde en toepaste, riep ernstige twijfels op over zijn inzicht in zelfs basisprincipes van het huurrecht en het energierecht.
Indien een advocaat bewust een procedure gebruikt voor een ander doel dan vermeld op de uitnodigingsbrief van de rechter, kan dit een zware schending zijn van de deontologische verplichting tot eerlijkheid en integriteit. Dit geeft voor mij aanleiding om ernstige deontologische vragen te stellen.
Ik werd door het vredegerecht opgeroepen door Edwin Bellis en Kato Seré voor een zitting met als onderwerp:
“Toegang tot de gemeenschappelijke delen”.
Edwin Bellis suggereerde dat ik toegang tot gemeenschappelijke delen zou blokkeren. De deur naar de kelderruimte is namelijk een vloerluik dat uitsluitend van bovenaf geopend kan worden door de verhuurder = valse oproepingsbrief.
Terwijl dit het formele onderwerp van de procedure was, werd tijdens de zitting duidelijk dat Edwin Bellis de zitting gebruikte voor een geheel andere inzet, namelijk druk uitoefenen om mij het handelspand te doen verlaten.
Tijdens de zitting werd door Edwin Bellis herhaaldelijk gesteld dat een huurcontract “boven de wet” zou staan, terwijl art. 6 BW duidelijk bepaalt dat dwingende wetgeving altijd voorrang heeft.
Een contract staat nooit boven dwingend recht. Dat is basistheorie van het verbintenissenrecht.
Er werd mij ten onrechte door Edwin Bellis gezegd dat ik als huurder verantwoordelijk zou zijn voor de vervanging van een elektriciteitsmeter bij aanvang van de huur, terwijl meters eigendom zijn van de netbeheerder Fluvius en enkel de pandeigenaar wijzigingen kan aanvragen.
Een huurder kan geen meters aanvragen, verplaatsen of vervangen. Ik als huurder ben niet eens gemachtigd om een Fluvius-meter te vervangen.
Dit behoort tot de aansluitingsplicht van de eigenaar niet van de huurder, de aansluiting is verbonden aan het onroerend goed.
art. 6 BW (contract kan niet afwijken van dwingend recht)
art. 1719–1720 BW (leveringsplicht verhuurder)
**kijk ook eens naar 1721** meneer de advocaat :)
Initieel gebrek is altijd voor rekening van verhuurder.
-De installatie werkte nooit, dus het gaat om een initieel gebrek → altijd voor rekening van de verhuurder. Indien de aansluiting of meter bij aanvang niet werkt, valt dat onder een gebrek dat de verhuurder moet oplossen (art. 1719–1721).
-Fluvius-meters zijn geen huurderlast, omdat een huurder ze niet eens mag vervangen.
De netbeheerder werkt uitsluitend voor de eigenaar, omdat die verantwoordelijk is voor de infrastructuur van het gebouw.
De huurder heeft alleen gebruikersrechten (contract op naam, verbruik), maar geen infrastructuurrechten (aansluiting, meter, verzwaring).
De bewering van Edwin Bellis dat ik elektriciteit zou aftappen daar dien ik een klacht voor in met alle bewijsmateriaal tegen, hier ben ik helemaal niet klaar mee.
Ook de stelling dat een huurder van een handelspand van €590 de verborgen gebreken er maar bij moet nemen, is helemaal in strijd met de beschermende huurregels.
Het financiële voorstel van €2.000 dat diende om het pand te verlaten, terwijl ik meer dan €44.000 had geïnvesteerd, werd door Edwin Bellis op een manier gebracht die afweek van de deontologische regels voor het omgaan met een niet vertegenwoordigde partij. (zonder advocaat)
Al deze elementen, gecombineerd met herhaalde onderbrekingen en een intimiderende toon zowel voor, als tijdens en na de zitting, hebben mijn vertrouwen in een correcte en zorgvuldige juridische behandeling ernstig ondermijnd.
Dit is mijn persoonlijke ervaring zoals ik die subjectief heb beleefd. De juridische beoordeling laat ik over aan de stafhouder, waar mijn klacht in behandeling is.
Een brief naar de stafhouder en hogere raad voor justitie is verstuurd!
Zaïd